Op 1 november vierde de AB de geboorte van de Coca Cola Sessions, een project ter promotie van opkomend muzikaal talent in samenwerking met – ja, jullie raden het al.
Het waren onze landgenoten Waldorf en Customs die de spits mochten afbijten van deze 10-delige concertreeks.
Waldorf, de groep rond zanger/gitarist Wolfgang Vanwymeersch, zette de beuk erin met niet zo evident, maar boeiend gitaargeweld. Ik hield in het bijzonder van de drive waarmee de bandleden zich op het podium uitleven op hun instrumenten en inleven in hun muziek. Een dergelijke overgave is niet alleen prettig om naar te kijken, het levert ook dynamische foto’s op.
De jongens van Customs hadden dan weer een heel andere houding op het podium van de uitverkochte AB-Club. Hun performance was, net als hun muziek en outfit, strak en clean. Ze hadden nochtans alle redenen om een uitbundig feestje te bouwen, want hun nieuwe single ‘Justine’ had enkele uren voordien de eerste plaats in de ‘Hotlist’ veroverd. Neen, de jongens van Customs lijken geen losbollen en van joligheid kan je hen bezwaarlijk beschuldigen, maar ze vierden hun groeiend succes wel in stijl én voor een gretig publiek.
Op 3 november stond The Big Pink opnieuw garant voor een uitverkochte AB-Club. Ik hoorde van verschillende personen niets dan lof over de vocale capaciteiten van zanger/gitarist Robbie Furze, maar als die er waren, dan zaten die toch keurig ingemetseld in een muur van geluid. De band werd bovendien minimaal belicht en stond veilig ingekapseld in een cocon van rook. Nefast voor de foto’s én jammer voor wie een glimp wilde opvangen van de coole Aziatische drumster op de achtergrond. De interactie met het publiek was dan weer omgekeerd evenredig met het aantal decibels en de hoeveelheid rook. Furze liet zich enkel horen toen hij vroeg om die ene sobere spot die hem af en toe eens belichtte te doven, wat meteen ook het einde betekende van mijn vergeefse pogingen om een topbeeld te schieten.
Ik las in een recensie een verwijzing naar ‘shoegaze’ en in die vergelijking kan ik me wel vinden. Kenmerkend voor dit genre is dat de muzikanten onbeweeglijk naar hun schoenen staan te staren, terwijl ze vooral hoge decibels produceren. Op zich heb ik daar niets op tegen, maar als ik bij gebrek aan visuele prikkels genoodzaakt ben om zelf naar mijn schoenen te gaan staren, dan stel ik toch mijn veto, al was het maar omdat ik dan geconfronteerd word met de realiteit dat mijn schoenen dringend aan een poetsbeurt toe zijn! De rest van het publiek had daar natuurlijk lak aan en dat siert hen.
Gelukkig werd ik eerder op de avond al van mijn sokken gebazen. De verrassing kwam zelfs van Belgische bodem, al laat de groepsnaam dat niet meteen vermoeden.
Met hun korte maar krachtige set lieten The Germans luid en duidelijk van zich horen. Hun naam mag dan misschien wel beelden oproepen van bataljons marcherende Duitse soldaten, in het (muzikale) gareel lopen is duidelijk niet aan de orde bij deze band. Bij deze experimentele noise- en krautrock hoef je als fotograaf natuurlijk geen lichtshow te verwachten met vrolijke kleurtjes. Een geelbruine smurrie van rook en licht paste beter in het thema en daar moest ik het dan ook mee doen.
Na het experimentele gitaar- en elektronicageweld liet ik mijn oren zalven door de Spaanse zangeres Luz Casal. Wanneer je deze charmante dame een podium aanbiedt, kan je meteen een avondje besparen op stookkosten, want haar schitterende stem en innemende persoonlijkheid worden door het publiek zo warm onthaald dat de zaaltemperatuur al snel tropische hoogten bereikt. De enige verkoeling werd veroorzaakt door koude rillingen die geregeld langs onze ruggengraten naar boven kropen. Het repertoire van Luz Casal omvat veel ingetogen nummers, maar soms kan ze ook heel swingend uit de hoek komen . Tegen het einde van het concert verraste de eenenvijftigjarige ons zelfs met een portie headbangen, maar dat kon ik helaas niet vastleggen op foto.